Erik van Dam (VvAA) over zzp’en en regeldruk na Rutte IV: ‘Unieke kans voor herbezinning’

Erik van Dam (VvAA) over zzp’en en regeldruk na Rutte IV: ‘Unieke kans voor herbezinning’

Welke beslissingen kan het demissionaire kabinet over de eerste lijn nog nemen, zoals over de Wet Toetreding Zorgaanbieders (WTZa), het zzp-beleid of de regeldruk? En welke kansen liggen er voor een nieuw kabinet voor de eerste lijn? We vroegen het Erik van Dam (senior-adviseur kennismanagement bij VvAA). Tijdens Fysiopraktijk Anno Nu (op 18 november) geeft hij een-op-een speedconsults over de veranderingen die rond zzp'en op stapel staan.

Een nieuw kabinet moet zich herbezinnen op de gezondheidszorg in de eerste lijn, vindt Erik van Dam. ‘Zeker wat betreft de toegenomen regeldruk is het daar de hoogste tijd voor. Bij veel wet- en regelgeving als WTZa, zzp, renseigneringsplicht geldt: help alsjeblieft de zorg makkelijker te maken. Stop met de sector op te zadelen met allerlei administratieve en organisatorische extra’s, waardoor ze niet aan zorg toekomen.’

‘Inbeddingscriterium is een big issue’

Op korte termijn komt er op het gebied van zzp-regelgeving een internetconsultatie over het zogeheten ‘inbeddingscriterium’. Van Dam verwacht niet dat het demissionaire kabinet dit in de ijskast stopt. ‘Het ‘inbeddingscriterium’ betekent dat als de opdrachtnemer en het werk dat hij of zij verricht, bij de opdrachtgever is ingebed in wat de organisatie doet, dit een veel sterkere indicatie is voor een dienstbetrekking dan nu het geval is. Dat is voor de zorg echt een big issue. Beleidsmakers moeten dat in perspectief zien.’

‘Medische beroepsbeoefenaren zijn namelijk gebonden aan allerlei regels vanuit hun beroepsuitoefening. Dat heeft niet te maken met werkgeversgezag, maar geeft hen juist meer autonomie. Niet voor niets bestaat er nu een groot aantal modelovereenkomsten, specifiek voor de eerstelijnszorg. Ik denk dat het goed is dat men daarmee doorgaat, omdat ze duidelijkheid geven, praktisch en herkenbaar zijn. Tegelijk moet er wel iets gebeuren tegen echte schijnzelfstandigheid. Daarbij is vooral de handhaving aan zet.’

‘Als het past moet zzp’en in de zorg wel mogelijk blijven’

Van Dam is bang dat de discussie over het inbeddingscriterium voor de positie van zzp’ers in de zorg negatief kan uitpakken. ‘Bijvoorbeeld dat een praktijkhoudende huisarts, die er een tijdje uit is, zich niet meer door een zelfstandige kan laten vervangen. Dat is onwerkbaar. Net als een aantal beroepsorganisaties vrezen we dat het beleid doorslaat. We willen de schijnzelfstandigheid niet in stand houden, maar in gevallen waarin het past moet zzp’en in de zorg wel mogelijk zijn omdat het een smeeroliefunctie heeft. Sinds 2016 toen de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) is ingevoerd, wordt er nu eindelijk ook echt wat fundamenteler nagedacht over het begrip werkgeversgezag. Laat de maatschappelijke discussie vooral doorgaan, zodat er uiteindelijk een modus komt die goed past.’

‘Gebruik uitstel voor reflectie jaarverantwoording‘

Een ander thema waarbij Van Dam voor heroverweging pleit is de Wet Toetreding Zorgaanbieders (WTZa). Zo heeft minister Conny Helder (VWS) voor het onderdeel ‘financiële jaarverantwoording’ op de pauzeknop gedrukt. ‘Die is nu uitgesteld en mijn oproep zou zijn: laat dat uitstel alsjeblieft nu leiden tot reflectie. Is dit überhaupt wel haalbaar en wat voegt het toe? Dus grijp dit moment aan voor een herbezinning of het überhaupt wel moet.’

Accountants met de zorg als specialisme hebben al in 2022 bij VWS duidelijk gemaakt dat het indienen van de jaarverantwoording voor 1 juni voor alle praktijkhouders ondoenlijk is. Voor bestaande praktijken is de indieningsdatum toen 31 december geworden, schetst Van Dam.

‘De minister riep al dat nieuwe zorgverleners zich op de invoering van de WTZa en de datum van 1 juni hebben kunnen voorbereiden. Maar dat is met alle respect onzin, omdat voor nieuwe praktijkhouders helemaal alles nieuw is en de administratie nog helemaal ingericht moet worden. Dat kost dienstverleners die hen ondersteunen met de administratie en belastingaangifte ook meer tijd. Voor alle zorgaanbieders blijft de jaarverantwoording een kostenverhoging én administratieve lastenverzwaring.’

‘Ook technische haken en ogen’

Van Dam wijst ook op de praktische kant. ‘Volgens de regeling dient de zorgaanbieder om onverklaarbare redenen op ‘commerciële grondslagen’ te rapporteren. Dit in tegenstelling tot het standaardproces bij de belastingaangifte, waardoor extra toelichten en herrekenen noodzakelijk wordt, terwijl het geen reëler beeld oplevert. Bovendien zijn sommige gevraagde gegevens gewoonweg niet op te hoesten, bijvoorbeeld als gevolg van de aanleverwijze van de zorgverzekeraars. De vraag is dus sowieso of de minister verder moet met de jaarverantwoording.’

‘Schiet niet met een kanon op een mug’

Een andere WTZa-onderdeel waarbij Van Dam pleit voor herbezinning is de invoering van het interne toezicht bij praktijken met meer dan 25 zorgverleners. ‘Is intern toezicht echt nodig voor kleine organisaties met bijvoorbeeld 25 parttimers? Is dat niet schieten met een kanon op een mug? De eerste lijn, waar zorgverleners vaak ook de praktijkeigenaar zijn, heeft hier voor het eerst mee te maken en het kost zo extra tijd en geld. De eerste lijn is een totaal andere omgeving dan in een ziekenhuis of een grote GGZ-instelling.’

Van Dam wijst ook op de renseigneringsplicht, waardoor praktijkhouders moeten opgeven met welke zzp'ers ze gewerkt hebben en hoeveel die daarbij hebben verdiend. ‘Dat mag dan niet over het boekjaar worden ingediend, maar moet met het zogeheten kassysteem, wat ook weer een ander stelsel is dan gebruikelijk. Dat maakt het voor praktijken nodeloos ingewikkeld.’

‘Kijk naar uitvoerbaarheid en kosten’

Van Dam hoopt dat een nieuwe kabinet zich inzet voor een regelarme omgeving voor de zorgsector. ‘Het navrante is dat het programma ‘(Ont)Regel de zorg‘ destijds is geadopteerd door VWS, notabene door dezelfde afdeling die verantwoordelijk is voor de WTZa. Natuurlijk, het primaat ligt bij de politiek. Een departement moet uitvoeren wat het parlement besluit. Ik vind dat een departement echter ook een rol heeft om de uitvoerbaarheid van nieuwe wetten aan de orde te stellen.’

Van Dam betoogt dat een nieuw kabinet veel kritischer moet zijn over de stroom nieuwe regels die de laatste jaren over de zorg is uitgestrooid. ‘Politici roepen wel dat ze dat niet willen, maar ze doen het wel. Ik merk ook maar in heel beperkte mate dat ze daar ook de pijn van ‘het veld’ meevoelen. Die pauzeknop is bijvoorbeeld niet voor niks ingedrukt. Ze hebben uiteindelijk ingezien dat die jaarverantwoording zo echt niet kan.’ Van Dam verwijst naar zijn onderzoek rond de bekendheid met het gezondheidsrecht. ‘We kwamen daarbij veel gefrustreerde praktijkhouders tegen. Iemand gaf aan: “Die WTZa is voor mij de druppel, ik ga met mijn praktijk stoppen.” Daar schrok ik enorm van.’

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven